De fijnheid van PA11 poeder gebruikt voor draadmandcoating wordt meestal geselecteerd op basis van het specifieke coatingproces:
Micro-coatingproces: Als het micro-coatingproces wordt toegepast, is de poeder diameter over het algemeen ongeveer 55μm, wat geschikter is. Een dergelijke fijnheid kan de coatingdikte controleren op 100-150μm, en kan een relatief uniforme en matig dikke coating vormen op het oppervlak van de draadmand, wat een goede bescherming en uitstraling biedt.
Elektrostatisch spuiten: Voor het elektrostatisch spuitproces is een poeder diameter van 30-50μm een betere keuze. Poeders van deze fijnheid kunnen beter worden geadsorbeerd op het oppervlak van de draadmand onder invloed van statische elektriciteit, en kunnen de coatingdikte 80-200μm laten bereiken, wat niet alleen de hechting van de coating garandeert, maar ook de coatingdikte kan aanpassen aan de behoeften van verschillende gebruiksvereisten.
Bovendien kan de keuze van de poeder fijnheid ook worden beïnvloed door factoren zoals de gebruiksomgeving van de draadmand en de specifieke eisen voor coatingprestaties. Als de draadmand bijvoorbeeld in een zeer corrosieve omgeving moet worden gebruikt, kan een dikkere coating nodig zijn. In dit geval, indien het proces het toelaat, kan een iets grover of fijner poeder worden geselecteerd om de coatingdikte en -dichtheid aan te passen; als de oppervlaktegladheid van de coating zeer hoog is, kan een fijner poeder nodig zijn om een fijner oppervlak te verkrijgen.
De fijnheid van PA11 poeder gebruikt voor draadmandcoating wordt meestal geselecteerd op basis van het specifieke coatingproces:
Micro-coatingproces: Als het micro-coatingproces wordt toegepast, is de poeder diameter over het algemeen ongeveer 55μm, wat geschikter is. Een dergelijke fijnheid kan de coatingdikte controleren op 100-150μm, en kan een relatief uniforme en matig dikke coating vormen op het oppervlak van de draadmand, wat een goede bescherming en uitstraling biedt.
Elektrostatisch spuiten: Voor het elektrostatisch spuitproces is een poeder diameter van 30-50μm een betere keuze. Poeders van deze fijnheid kunnen beter worden geadsorbeerd op het oppervlak van de draadmand onder invloed van statische elektriciteit, en kunnen de coatingdikte 80-200μm laten bereiken, wat niet alleen de hechting van de coating garandeert, maar ook de coatingdikte kan aanpassen aan de behoeften van verschillende gebruiksvereisten.
Bovendien kan de keuze van de poeder fijnheid ook worden beïnvloed door factoren zoals de gebruiksomgeving van de draadmand en de specifieke eisen voor coatingprestaties. Als de draadmand bijvoorbeeld in een zeer corrosieve omgeving moet worden gebruikt, kan een dikkere coating nodig zijn. In dit geval, indien het proces het toelaat, kan een iets grover of fijner poeder worden geselecteerd om de coatingdikte en -dichtheid aan te passen; als de oppervlaktegladheid van de coating zeer hoog is, kan een fijner poeder nodig zijn om een fijner oppervlak te verkrijgen.